Berner Sennenhond

De Berner Sennenhond is een grote Zwitserse veedrijvershond. Hij staat bekend als vriendelijke hond. Hij is van oorsprong een werkhond en wordt gebruikt als herder, maar hij is een nogal rustieke teddybeer. Hij brengt graag tijd door met zijn baasje, aan wie hij erg gehecht is.

De oorsprong van de Berner Sennenhond

Dit hondenras is ontstaan in het kanton Bern in Zwitserland. Voorheen heette het ras Dürrbächler en leefden de honden alleen in Zwitserland, waar ze drijfhonden waren voor kudden of trekhonden voor melkkarren.  Sinds 1960 wordt het hondenras wereldwijd geïmporteerd.

Vandaag de dag wordt de Berner Sennenhond gebruikt door de civiele bescherming om te zoeken naar lawineslachtoffers in de bergen. Het is ook een perfecte gezelschapshond. In Canada worden ze vaak gebruikt als blindengeleidehond.

Het karakter en gedrag van de Berner Sennenhond

Berner Sennenhonden hebben een teder karakter, ze zijn meer het vreedzame type. Ondanks hun kalme en rustige aard kunnen ze toch afschrikwekkende bewakers zijn.

De Berner Sennenhond is gehoorzaam en makkelijk te trainen, en dat is maar goed ook, want hij is zo groot en zwaar dat hij moet afleren om te springen, zelfs als hij heel erg blij is om zijn baasje weer te zien!

Zijn grote formaat vereist een minimum aan ruimte. Hij heeft echter een gematigde behoefte aan beweging, maar je kan hem absoluut niet de hele dag opgesloten laten, zelfs niet in een tuin. Zijn van nature stabiele karakter zou daaronder zou lijden.

Zoals veel grote rassen heeft de Berner Sennenhond een gevoelige groeiwijze. Vermijd daarom té stevige lichaamsbeweging totdat de hond volgroeid is, zo rond de vijftien maanden.

Wie is de ideale baas van een Berner Sennenhond?

Berner Sennenhonden hebben graag een eigenaar die veel (voor hem) aanwezig is en die de tijd neemt om lange wandelingen met hem te maken. Het is typisch de hond van één man, hij is erg trouw aan de baas.

Een gezinsleven, in een huis met een tuin, past prima bij deze hond. Kinderen kunnen rekenen op zijn geruststellende aanwezigheid en geduld.

De fysieke kenmerken van het Berner Sennenhondenras

De vacht van de Berner Sennenhond is lang en glad of licht golvend en langharig. Zijn vacht is driekleurig (zwart, wit en bruingeel). Zijn ogen zijn geaccentueerd met bruingele puntjes boven de ogen.

De Berner Sennenhond werd oorspronkelijk gebruikt als boerderijhond.  Deze dieren maken indruk met hun krachtige, goed geproportioneerde bouw en kalmte. Reuen zijn over het algemeen 64 - 70 cm groot en wegen 40 - 55 kg, terwijl teven zo’n 58 - 66 cm groot zijn en 35 - 45 kg wegen.

De oren zijn slap, driehoekig met afgeronde punten. Hun levendige ogen zijn amandelvormig en over het algemeen donkerbruin.

De verzorging van een Berner Sennenhond

Deze hond houdt van koude en sneeuw! Hij vindt het heerlijk om erin rond te rollen. Een wekelijkse borstelbeurt is meestal genoeg, en moet tijdens de ruiperiode worden geïntensiveerd. Professionele hondenverzorging kan nuttig zijn als u niet wilt dat de vacht van uw hond verandert in een zak knopen! Gebruik voor routineonderhoud een hondenshampoo om vuil te verwijderen.

Vergeet niet om de ogen en tanden van uw hond schoon te houden. Heeft uw Berner Sennenhond een uitgesproken slechte adem? Vraag dan uw dierenarts om advies. Zijn tanden moeten misschien worden gereinigd.

Wat eet een Berner Sennenhond?

Het is aan te raden om te kiezen voor kwaliteitsbrokjes om overgewicht of tekorten te voorkomen. De keuze van het voer moet worden aangepast aan de leeftijd, de gezondheid en het activiteitenniveau van de hond. Het is raadzaam om uw dierenarts te raadplegen om de voedingsbehoeften te beoordelen, een geschikt assortiment te kiezen en een dagelijks rantsoen te berekenen. Tijdens de groeiperiode is het cruciaal om een voeding te geven die speciaal is samengesteld voor jonge, opgroeiende dieren. Als u het dieet van uw hond verandert, is het belangrijk om een geleidelijke overgang te maken over een periode van ongeveer tien dagen, om zo stress of spijsverteringsproblemen te voorkomen.

Het maagdilatatie-torsiesyndroom (SDTE)is een ernstige stoornis die kan voorkomen bij middelgrote en grote honden. Om dit syndroom te voorkomen, raden we u aan om uw hond geen grote portie voedsel te geven en hem twee uur na het eten rustig te houden.

Artrose en dysplasie bij de Berner Sennenhond

De Berner Sennenhond is gevoelig voor aandoeningen aan gewrichten: heup- of elleboogdysplasie en artrose.

SantéVet is de enige verzekeraar die heupdysplasie bij honden dekt!

Artrose is een chronische ziekte die de gewrichten aantast. Deze ziekte kan worden verergerd door overgewicht, dysplasie of een voorgeschiedenis van breuken of scheuren van gewrichtsbanden. Het is daarom belangrijk te zorgen dat de hond geen overgewicht krijgt. Ook kan u fysieke activiteiten die de gewrichten niet belasten met hem doen. Vermijd activiteiten waarbij de hond moet springen, zoals canicross. Kies in plaats daarvan voor rustige activiteiten zoals zwemmen of een lange wandeling langs een meer. Lees hier meer over artrose bij honden.

Andere ziekten waar Berner Sennenhonden vatbaar voor zijn

Berner Sennenhonden hebben een vrij goede gezondheid, maar zoals bij de meeste grote honden kan de Berner Sennenhond last hebben van een aantal dermatologische gezondheidsproblemen (allergieën, hot spots), evenals maagtorsie en hitteberoerte. Dit hondenras kan ook epilepsieproblemen vertonen, en in sommige gevallen is levenslange behandeling nodig.

Pas op voor processierupsen: deze gevaarlijke rupsen komen veel voor in de natuur in de lente en zijn bedekt met brandharen die een gifstof kunnen afgeven. Controleer het haar en de tong van de hond na een wandeling in het kreupelhout maar pas op, deze rupsen zijn ook giftig voor mensen!

Vaccinatie van een hond

Het vaccinatieprotocol wordt uitgevoerd door een dierenarts. Het vaccinatieschema is als volgt:

De basisvaccinatie van een pup bestaat uit 3 vaccinaties, gegeven op 6, 9, 12 en 16 weken. Nadien wordt de volgende prik gegeven als uw hond 1 jaar wordt. Deze vaccinaties beschermen de hond tegen:

  • Parvovirose
  • Rattenziekte
  • Hondenziekte
  • Hepatitis
  • Kennelhoest

Uw dierenarts weet precies welke vaccinatie op wel moment moet worden gegeven. Let wel, de inentingen van 6 weken moeten al gegeven zijn wanneer u uw hond bij de fokker ophaalt. Na de vaccinatie op 16 weken wordt de volgende inenting gegeven als uw hond 1 jaar is en nadien moet hij jaarlijks worden gevaccineerd. 

Sterilisatie helpt tevens om loopsheid, ongewenste nestjes, het risico op borsttumoren en baarmoederontsteking te voorkomen. Deze preocedure kan worden uitgevoerd vanaf de puberteit, na overleg met uw dierenarts.

Castratie van reuen elimineert seksueel gedrag (agressie, weglopen, urineren, enz.) en voorkomt bepaalde ziekten zoals prostaatproblemen en testiculaire tumoren.